Het personage voelt een sterk gevoel van minachting voor de algemene voorkeuren van een vrouw die hem bewondert. Deze ironie frustreert hem omdat hij, ondanks dat hij haar typische smaak niet heeft gepast, een van haar favoriete individuen blijft. Hij vindt het verwarrend en kan niet begrijpen waarom hij opvalt in haar ogen.
Dit interne conflict weerspiegelt zijn strijd met zelfidentiteit en de willekeurige aard van aantrekkingskracht. De afkeer van de man voor haar keuzes maakt zijn onverwachte populariteit met haar des te verwarrend, waardoor hij nadenkt over de complexiteit van relaties en persoonlijke aantrekkingskracht.