In de "Player Piano" van Kurt Vonnegut Jr. roept de levendige beelden een scène van vernietiging op waarin lichamen verspreid zijn in verschillende posities die tragisch verlies betekenen. Temidden van deze chaos blijft er echter een paradoxale hint van het leven, omdat kleine tekenen zoals snurken of mompelen uit de dood tevoorschijn komen, wat suggereert dat het leven, in een of andere vorm, zich blijft manifesteren, zelfs in de aanwezigheid van de dood.
Deze juxtapositie nodigt lezers uit om na te denken over de relatie tussen leven en dood. Vonnegut lijkt te impliceren dat zelfs in de meest verschrikkelijke situaties de essentie van het leven aanhoudt, subtiel in tegenspraak met de finaliteit van de dood. De bubbel die uit de lippen komt, symboliseert vluchtige momenten van het bestaan die, hoewel klein, ons herinneren aan de vitaliteit die leefde voordat het geweld zich ontvouwde.