In "The Western Lands" onderzoekt William S. Burroughs de intrinsieke relatie tussen gevaar en menselijk bestaan. Hij vormt gevaar als een fundamentele biologische noodzaak, verwant aan dromen, wat suggereert dat geconfronteerd worden met gevaar een kernaspect van het leven is. Dit perspectief houdt in dat het confronteren van levensbedreigende situaties een gevoel van bewustzijn kan oproepen dat de grenzen van sterfelijkheid oplost, waardoor individuen een vluchtig gevoel van onsterfelijkheid kunnen ervaren.
Burroughs benadrukt dat individuen tijdens momenten van directe confrontatie met de dood hun gewone ervaringen overstijgen en contact maken met iets groters. Dit idee daagt de conventionele opvattingen over gevaar uit als louter een bedreiging en positioneert het in plaats daarvan als een katalysator voor diepgaande realisatie en bestaan buiten het alledaagse. Op deze manier dienen gevaar en dromen als essentiële elementen in de menselijke ervaring, wat een diepere reflecties op het leven en de sterfelijkheid veroorzaakt.