MMA Potokwane reflecteert op de aard van vriendelijke mannen en beweert dat ze de neiging hebben om te worden overweldigd door verzoeken vanwege hun bereidheid om anderen te helpen. Ze merkt op dat dergelijke individuen zich vaak erg druk hebben, omdat iedereen zich tot hen wendt voor hulp. Deze situatie benadrukt hoe vriendelijkheid kan leiden tot een onbalans, met goedhartige mensen die constant worden gevraagd om klusjes en gunsten aan te nemen.
daarentegen noemt ze een eerdere ervaring met een knorrige collega die door iedereen werd vermeden. Zijn gebrek aan vriendelijkheid resulteerde op afzondering, omdat niemand zich comfortabel voelde om hem om hulp te vragen. Deze vergelijking onderstreept het belang van benaderbaar en vriendelijk zijn, wat suggereert dat degenen die hartelijk zijn, net als de groundsman, per ongeluk kunnen worden geladen met taken, terwijl degenen die onvriendelijk zijn, niet opgevolgd en inactief kunnen blijven.