Het citaat reflecteert op het concept van onschuld en zijn huidige staat in de samenleving, wat suggereert dat het ernstig is geschaad en niet gerespecteerd. De auteur portretteert onschuld als iets delic's, doorgaande belangrijke uitdagingen en spot die het voortbestaan bedreigen. Deze beschadigde staat benadrukt een gevoel van verlies binnen de hedendaagse cultuur, en benadrukt hoe deze essentiële kwaliteit tot de rand is geduwd.
Ondanks de ontberingen, geeft de vermelding van "flikkers van zijn licht" aan dat er nog steeds een glimp van onschuld is die aanhouden, wat ons eraan herinnert dat het niet volledig gedoofd is. Deze momenten bieden hoop, wat suggereert dat zelfs in een wereld die vaak onschuld ondermijnt, er nog steeds sporen zijn van het bestaan ervan die kunnen inspireren en resoneren met individuen, die dienen als een bewijs van de veerkracht.