In Barbara Kingsolver's 'ongeschonden', worstelt de hoofdrolspeler, Willa, met haar gevoelens van angst met betrekking tot de gezondheid en veiligheid van haar familie. Haar diepgewortelde angsten manifesteren zich in haar bereidheid om te anticiperen op het ergste tijdens routinematige medische familie-afspraken en tijdens verontrustende telefoontjes in de late nacht. Dit defensieve mechanisme dient om haar voor te bereiden op potentieel slecht nieuws, en benadrukt haar strijd om angst en onzekerheid te beheersen.
Willa's introspectie roept vragen op over haar perceptie van de realiteit en haar vermogen om de werkelijke risico's en uitdagingen van haar familie te herkennen. Ondanks haar voorzichtige aanpak, reflecteert ze over hoe ze de tekenen of signalen over het hoofd heeft gezien die op haar familie diepere problemen hebben aangetoond. Deze dualiteit in haar karakter illustreert de spanning tussen bewuste paraatheid en de onvoorspelbaarheid van het leven.