In haar boek "I Love Everybody" drukt Laurie Notaro openhartig haar afkeer van het gevangenisleven uit. Ze overweegt humoristisch de gevolgen van mogelijk een misdrijf plegen, en verklaarde dat ze de gedachte niet kon verdragen om opgesloten te worden. Notaro benadrukt haar ongemak met het delen van ruimtes, zelfs met haar man, ter illustratie van haar extreme afkeer van gemeenschappelijke leefomgevingen. Haar openhartigheid wijst op een diepere bezorgdheid over het verliezen van persoonlijke vrijheid en privacy.
Notaro reflecteert verder op de sociale dynamiek van de gevangenis en vergelijkt het aan de onhandigheid van de middelbare school. Ze stelt zich voor dat ze geïsoleerd en uitgesloten zijn, niet in staat om deel uit te maken van sociale groepen of ontsnappingsplannen, die haar angsten en onzekerheden benadrukt. Haar geestige en relatable commentaar schetst een levendig beeld van haar persoonlijkheid, waarbij humor in evenwicht komt met een oprechte bezorgdheid over de realiteit van gevangenisstraf.