In het verhaal komt de hoofdrolspeler Lennie Marchbanks tegen, een monteur die ze eerder heeft ontmoet en sympathiek bevond. Ze waardeert mechanica voor hun ogenschijnlijk gemakkelijke aard en vraagt zich af waarom niemand haar diensten als psychotherapeut heeft gezocht. Deze reflectie doet haar om te overwegen of mechanica een uniek evenwicht in hun leven bezit dat hen beschermt tegen de typische neurosen die anderen ervaren.
Deze contemplatie benadrukt een contrast tussen de beroepen, wat suggereert dat die in transacties zoals mechanica een mentale veerkracht kunnen vertonen die de psychologische problemen voorkomt die vaak in andere beroepen worden gezien. De gedachten van de hoofdrolspeler over Lennie en zijn beroep veroorzaken een intriges in de relatie tussen werk en geestelijke gezondheid, waardoor het toneel is voor diepere verkenningen in het verhaal.