Lee keek naar de dunne handen, de prachtige violette ogen, de spoeling van opwinding op het gezicht van de jongen. Een denkbeeldige hand geprojecteerd met zo'n kracht, het leek erop dat Allerton de aanraking van ectoplasmatische vingers moet voelen die zijn oor streelt, fantoomduimen zijn wenkbrauwen gladstrijken en het haar terug van zijn gezicht duwen. Nu liepen Lee's handen over zijn ribben, de maag. Lee voelde de pijnlijke pijn van verlangen in zijn longen.
(Lee watched the thin hands, the beautiful violet eyes, the flush of excitement on the boy's face. An imaginary hand projected with such force it seemed Allerton must feel the touch of ectoplasmic fingers caressing his ear, phantom thumbs smoothing his eyebrows, pushing the hair back from his face. Now Lee's hands were running down his ribs, the stomach. Lee felt the aching pain of desire in his lungs.)
In dit fragment uit "Queer" van William S. Burroughs observeert de verteller, Lee, een jongen genaamd Allerton met een mix van bewondering en verlangen. Lee wordt gefascineerd door de delicate kenmerken van Allerton en drukt een intens verlangen uit, het gevoel dat hij hem kan bereiken en fysiek kan aanraken, hoewel dit puur wordt gedacht. De levendige beschrijving van Allerton's violette ogen en emotionele opwinding voegt diepte toe aan Lee's gevoelens, met een moment van intieme verbinding.
Terwijl Lee's handen metaforisch het lichaam van Allerton verkennen, benadrukt het verhaal de complexiteit van verlangen en het pijnlijke verlangen dat daarbij hoort. Lee's emoties zijn voelbaar als hij zowel plezier als pijn ervaart op dit geladen moment. De verwevenheid van fysieke aantrekkingskracht en emotionele gevoeligheid onthult de intensiteit van Lee's gevoelens, en Burroughs legt de essentie van menselijk verlangen op een diepgaande manier vast.