Morrie geloofde in het inherente goed van mensen. Maar hij zag ook wat ze konden worden. Mensen zijn alleen gemeen als ze worden bedreigd, zei hij later die dag, en dat is wat onze cultuur doet. Dat is wat onze economie doet. Zelfs mensen die banen in onze economie hebben, worden bedreigd, omdat ze zich zorgen maken over het verliezen van hen. En als je wordt bedreigd, begin je alleen voor jezelf te kijken. Je begint geld te verdienen een god. Het maakt allemaal deel uit van deze cultuur.
(Morrie believed in the inherent good of people. But he also saw what they could become. People are only mean when they're threatened, he said later that day, and that's what our culture does. That's what our economy does. Even people who have jobs in our economy are threatened, because they worry about losing them. And when you get threatened, you start looking out only for yourself. You start making money a god. It is all part of this culture.)
Morrie had een sterk geloof in de fundamentele goedheid van de mensheid. Desondanks erkende hij dat mensen gemeen of egoïstisch konden worden wanneer ze worden geconfronteerd met bedreigingen. Hij wees erop dat de moderne cultuur en de economie een gevoel van onzekerheid bevorderen, waardoor individuen hun eigen welzijn boven anderen prioriteren. Dit zelfbehoudsinstinct is een direct gevolg van de angsten die door maatschappelijke druk zijn ingebracht.
Volgens Morrie leidt de meedogenloze...