Morrie had een sterk geloof in de fundamentele goedheid van de mensheid. Desondanks erkende hij dat mensen gemeen of egoïstisch konden worden wanneer ze worden geconfronteerd met bedreigingen. Hij wees erop dat de moderne cultuur en de economie een gevoel van onzekerheid bevorderen, waardoor individuen hun eigen welzijn boven anderen prioriteren. Dit zelfbehoudsinstinct is een direct gevolg van de angsten die door maatschappelijke druk zijn ingebracht.
Volgens Morrie leidt de meedogenloze concurrentie en angst rond werkzekerheid ertoe dat mensen een enge focus op persoonlijk gewin aannemen. Deze mentaliteit verandert het streven naar rijkdom in een vervormde vorm van verafgoding, waarbij geld een ultiem doel wordt in plaats van een hulpmiddel voor een bevredigend leven. Morrie bekritiseerde dit aspect van de samenleving en benadrukte hoe het afbreuk doet aan onze aangeboren goedheid en verbinding met elkaar.