Niets ... ze zijn uit het niets, 'zei hij. 'Ze kwamen in het boek ... Ik vond het boek en binnen waren deze bloemen ... ze waren in het boek toen ik het kocht ... Ik kocht het gebruikte ... omdat ze iets betekenden .'to iemand anders.' 'Tegen iemand.
(Nothing...They're from nothing,' he said. 'They came in the book...I found the book and inside were these flowers...They were in the book when I bought it... I bought it used...Because they meant something.'To someone else.' 'To someone.)
De spreker reflecteert op het vinden van bloemen in een gebruikt boek, wat suggereert een element van mysterie en nostalgie die eraan is bevestigd. De bloemen, die afkomstig waren van "niets", vertegenwoordigen een verbinding met het verleden van iemand anders, die hun betekenis overbrengen aan een vorige eigenaar in plaats van aan de spreker. Deze ontdekking roept nieuwsgierigheid op naar de geschiedenis van het boek en de verhalen verweven met die bloemen.
Dit moment benadrukt thema's van verlies, geheugen en het emotionele gewicht van schijnbaar vergeten items. De spreker erkent dat hoewel de bloemen nu deel uitmaken van hun ervaring, hun ware betekenis ligt bij de persoon die ze ooit heeft gekoesterd. Het benadrukt hoe objecten diepe gevoelens en verhalen kunnen dragen die hun fysieke vorm overstijgen.