Barbara Kingsolver's roman "Unsheltered" bekritiseert de concentratie van rijkdom en macht binnen een kleine elite. Ze suggereert dat slechts één procent van de bevolking een aanzienlijke meerderheid van de middelen controleert, waardoor de prioriteiten van het land worden gevormd. Deze elite bevordert de ideologie van de vrije markt, die volgens Kingsolver een dominant geloofssysteem is geworden dat velen zonder twijfel accepteren. Winstgevendheid wordt vereerd, vaak ten koste van morele en ethische overwegingen.
In haar metafoor vergelijkt Kingsolver de vrije markt met een kankercel, wat zijn agressieve en zelfvoorzienende aard benadrukt. Net zoals kanker zijn eigen groei prioriteit geeft, zonder rekening te houden met de gastheer, werkt de ongecontroleerde vrije markt zonder aandacht voor de bredere maatschappelijke effecten. Dit perspectief moedigt lezers aan om na te denken over de morele implicaties van het boven alles prioriteit geven van winst, waardoor het idee wordt betwist dat economische groei inherent goed is.