Het citaat weerspiegelt een desillusie met de geromantiseerde notie van handarbeid in een veranderende economie. Het suggereert dat het idee van mensen die de kost verdienen door hard werken verouderd is, het vergelijken van degenen die dergelijke idealen vasthouden aan historische figuren zoals Marie Antoinette, die hun onpraktischheid benadrukken. Het personage drukt een gevoel van naderende financiële ondergang uit voor deze romantici, wat suggereert dat hun bijdragen slechts decoratief zijn in plaats van waardevol in een moderne context.
Bunny's ongemak met dit perspectief duidt op een conflict tussen traditionele waarden van arbeid en de harde realiteit van hedendaagse economische structuren. Zijn verklaring benadrukt een verschuiving in maatschappelijke behoeften, waarbij fysieke arbeid wordt gedevalueerd, en personen die ooit waardigheid en doel in hun werk hebben gevonden, worden nu verouderd gemaakt. Deze kritiek nodigt uit op de implicaties van dergelijke veranderingen voor individuele waarde en gemeenschapsidentiteit.