De realiteit bestaat in de menselijke geest, en nergens anders.
(Reality exists in the human mind, and nowhere else.)
Het concept dat de realiteit een constructie is van de menselijke geest suggereert dat onze percepties ons begrip van de wereld vormen. In George Orwell's "1984" benadrukt dit idee de kracht van autoriteit bij het manipuleren van hoe individuen waarheid en realiteit waarnemen. De partij controleert informatie en geschiedenis, waardoor de burgers zijn versie van de realiteit accepteren, wat de kwetsbaarheid van objectieve waarheid illustreert wanneer ze worden onderworpen aan ideologische oplegging.
Dit idee benadrukt de worstelingen tussen individuele gedachten en maatschappelijke normen. Terwijl de personages in "1984" worstelen met het grimmige onderscheid tussen hun interne overtuigingen en de externe realiteiten opgelegd door de partij, dient de verklaring als een kritiek op totalitaire regimes. Uiteindelijk waarschuwt Orwell de gevaren van het toestaan van een ideologie om de realiteit te domineren en opnieuw te definiëren, waardoor een ontkoppeling van echte menselijke ervaring wordt veroorzaakt.