Ongeveer een derde van de planeet leefde al in chronische armoede, volgens de statistieken van de Verenigde Naties. Farmer wees erop dat door de verspreiding van ziekte, analfabetisme en consumptie van middelen door de arme, welvarende landen in de eerste wereld in toenemende mate getroffen zouden worden, ze zouden terugschalen op hun eigen gebruik van middelen en onderwijs en gezondheidszorg naar de armen brachten. In zijn toespraken sprak Farmer graag over 'de natie van de mensheid', in tegenstelling tot ontwikkelde of onontwikkelde naties. Hij wilde dat iedereen de onderlinge verbondenheid van dit alles zou zien, en dat de verantwoordelijkheid van de WLS meer was dan alleen geld geven. Drie
(Roughly one-third of the planet already lived in chronic poverty, according to United Nations statistics. Farmer pointed out that through the spread of disease, illiteracy, and consumption of resources by the poor, prosperous first-world countries would increasingly be affected-unless they scaled back on their own use of resources and brought education and health care to the poor. In his speeches, Farmer liked to talk about "the nation of humanity," as opposed to developed or undeveloped nations. He wanted everyone to see the interconnectedness of it all, and that the responsibility of the WLs was more than just giving money. Three)
Volgens de VN-statistieken leeft ongeveer een derde van de wereld in chronische armoede, die bezorgdheid uitte over rijkere landen over de impact van armoede op hun middelen en gezondheid. Farmer benadrukte dat landen uit de eerste wereld voor toenemende uitdagingen konden worden geconfronteerd als gevolg van uitputting van ziekten en hulpbronnen, waarbij ze aanspoorden hun consumptie te verminderen en onderwijs en gezondheidszorg voor slechtere populaties te verbeteren. Zijn boodschap was duidelijk: welvaart in ontwikkelde landen is verweven met het welzijn van zich ontwikkelende.
In zijn belangenbehartiging sprak Farmer over 'de natie van de mensheid', het idee dat alle mensen deel uitmaken van een wereldwijde gemeenschap, ongeacht de economische status van hun land. Hij betoogde dat de rijken hun gedeelde verantwoordelijkheid moeten erkennen om de minder bedeelden te ondersteunen, die verder gaat dan alleen financiële donaties. Deze onderlinge verbondenheid vraagt om een collectieve inspanning om de grondoorzaken van armoede en ziekte over de hele wereld aan te pakken.