Ze wist dat ze de neiging had om haar geest te laten dwalen, maar dat is zeker wat de wereld interessant maakte. De ene dacht leidde naar de andere, het ene geheugen veroorzaakte een ander. Hoe saai het zou zijn, dacht ze, om niet te worden herinnerd aan de onderlinge verbondenheid van alles, hoe saai voor het heden om het verleden niet op te roepen, want hier niet impliceren.
(She knew that she had a tendency to allow her mind to wander, but surely that's what made the world interesting. One thought led to another, one memory triggered another. How dull it would be, she thought, not to be reminded of the interconnectedness of everything, how dull for the present not to evoke the past, for here not to imply there.)
De hoofdrolspeler reflecteert op haar neiging om haar geest te laten drijven, wat ze vindt, voegt rijkdom toe aan haar ervaring van de wereld. Ze waardeert hoe een enkele gedachte een reeks herinneringen en ideeën kan veroorzaken, waardoor haar begrip van de verbindingen van het leven wordt verbeterd. Deze rondzwerven van de geest brengt levendigheid en diepte in haar huidige moment.
Ze overweegt de monotonie die zou ontstaan als er momenten werden geïsoleerd, verstoken van ervaringen uit het verleden en toekomstige implicaties. Haar overpeinzingen benadrukken de schoonheid die wordt gevonden in de onderlinge verbondenheid van herinneringen en gedachten, wat suggereert dat dit samenspel het leven echt aantrekkelijk en vol betekenis maakt.