Dat over deze zeegaten, brede rollende waterige prairies en pottenbakkersvelden van alle vier continenten, de golven moeten stijgen en dalen, en eb en onophoudelijk stromen; Want hier, miljoenen gemengde tinten en schaduwen, verdronken dromen, somnambulismen, eerbiedigers; Alles wat we levens noemen en zielen liegen, dromen, nog steeds; gooien als enkele slumperers in hun bed; De altijd rollende golven maar gemaakt door de rusteloosheid.
(That over these sea pastures, wide rolling watery prairies, and Potters' Fields of all four continents, the waves should rise and fall, and ebb and flow unceasingly; for here, millions of mixed shades and shadows, drowned dreams, somnambulisms, reveries; all that we call lives and souls lie dreaming, dreaming, still; tossing like some slumberers in their beds; the ever rolling waves but made so by the restlessness.)
In de enorme uitgestrektheid van de oceanen symboliseert de eindeloze beweging van golven de talloze levens en dromen die in de diepten zijn geworpen. Deze wateren, uitgestrekt over de hele wereld, dienen als een rustplaats voor veel verloren zielen, waardoor een wereld ontstaat waar herinneringen en ambities zich vermengen onder het oppervlak. Het beeld van het stijgen en vallen van golven vangt de tijdloze aard van het bestaan, alsof elke golving een herinnering is aan de dromen die blijven hangen, voor altijd onvervuld maar toch aanhoudend aanwezig.
Deze weergave van de zee suggereert een sereen maar toch melancholisch aspect van het leven, waarbij de eb en stroming de onophoudelijke aard van de menselijke ervaring weerspiegelen. Net als slapers die in een trance zijn gevangen, drijven de echo's van ambities in het water, met de rusteloosheid van degenen die zijn verdwenen. De beelden van Melville roept een diepgaande verbinding op tussen de natuurlijke wereld en de menselijke conditie, en benadrukt hoe onze dromen en worstelingen blijven resoneren, net als de meedogenloze golven van de oceaan.