Het citaat van Kurt Vonnegut Jr.'s "Player Piano" roept een levendig beeld op van televisiecamera's alsof ze bewuste wezens zijn, hun omgeving verkennen en observeren met een gevoel van nieuwsgierigheid. De vergelijking met vriendelijke dinosaurussen suggereert dat deze machines, hoewel gevorderd, een bepaalde warmte en benaderbaarheid bezitten, alsof ze graag willen leren en contact maken met de wereld om hen heen.
Dit antropomorfisme benadrukt het combineren van technologie en menselijkheid in het verhaal van Vonnegut. De camera's vertegenwoordigen de groeiende invloed van media in de samenleving, wat suggereert dat ze actief deelnemen aan het vormgeven van percepties en interacties in plaats van alleen evenementen op te nemen. Deze scène dient als een commentaar op de maatschappelijke implicaties van media -aanwezigheid in het dagelijks leven.