In Barbara Kingsolver's roman 'Unsheltered' delen de vrouwen in de familie van de hoofdrolspeler een diepe band met de natuur, met name met de wezens van de aarde. Hun band wordt afgebeeld door een rituele daad van het drukken van walvisbotten tegen hun borst, die een krachtige unie met de natuurlijke wereld symboliseert. Deze handeling vertegenwoordigt zowel fysieke als spirituele interconnectie, wat de diepgaande relatie tussen de mensheid en het milieu benadrukt.
Deze beelden benadrukt de lengte waarop de vrouwen zich dompelen in de essentie van het leven om hen heen. De uitdrukking legt de strijd en intensiteit van hun ervaring vast, roept een gevoel van eerbied op voor de wezens van de aarde en belichaamt het thema van erbij te horen binnen een groter ecologisch systeem. Door deze connectie onderzoekt Kingsolver thema's van identiteit, erfgoed en de intrinsieke link tussen mensen en de natuurlijke wereld.