Er was de koningin, en toen was er Seretse Khama en onze eigen mensen. Dat heet geschiedenis, zie je. Maar wie heeft ze hier gevraagd? De tante schudde haar hoofd. Er zijn enkele gasten die niet kloppen. Dat is erg onbeleefd. Ja, zei de tante.
(There was the Queen, and then there was Seretse Khama and our own people. That is called history, you see. But who asked them here? The aunt shook her head. There are some guests who do not knock. That is very rude. Yes, said the aunt.)
In dit fragment uit "The Colors of All the Cattle" van Alexander McCall Smith is er een contrast getrokken tussen de gewaardeerde aanwezigheid van een koningin en de meer gebruikelijke figuren zoals Seretse Khama en lokale mensen. De dialoog weerspiegelt een voortdurende historische dialoog en spanningen rond identiteit en erbij horen, met een knipoog naar de betekenis van de geschiedenis bij het vormgeven van huidige relaties.
De opmerkingen van de tante benadrukken een gevoel van fatsoen en etiquette, wat suggereert dat niet alle bezoekers welkom of respectvol zijn. Deze metafoor van gasten die niet kloppen symboliseert ongenode inbreuk in het privéleven van individuen, en benadrukt het belang van hoffelijkheid en respect binnen sociale interacties.