Waar ik naar op zoek ben, zijn de gaten - de stiltes. Dit is hoe ik het verleden zie: als een opgraving. Je sift door het puin, pakt hier het ene fragment op, een ander daar, labelt het en neemt het op waar je het hebt gevonden en merkte de tijd en datum van ontdekking op. Het zijn niet alleen de basis waar ik naar op zoek ben, maar ook iets meteen en minder tastbaar.
(What I am searching for is the gaps - the silences. This is how I see the past: as an excavation. You sift through the rubble, pick up one fragment here, another there, label it and record where you found it, noting the time and date of discovery. It is not just the foundations I am looking for but something at once more and less tangible.)
In haar boek 'Things I Sill Soil over', onderzoekt Azar Nafisi het idee om het verleden te begrijpen als een archeologische opgraving. Ze benadrukt het belang van het blootleggen van de over het hoofd gezien details en stille hiaten in de geschiedenis, die vaak net zo belangrijk zijn als de gerenommeerde gebeurtenissen en cijfers. Nafisi beschrijft haar proces als een van zorgvuldig onderzoek, waarbij ze fragmenten van ervaring verzamelt, hun context opmerkt en reflecteert op hun betekenis. Deze nauwgezette aanpak zorgt voor een dieper begrip van persoonlijke en collectieve geschiedenis.
De zoektocht van Nafisi gaat verder dan alleen het vinden van historische basis; Ze probeert een diepere essentie te begrijpen die onder het oppervlak ligt. De immateriële elementen van geheugen en stilte hebben cruciale inzichten die helpen de complexiteit van het verleden te verlichten. Door haar verhaal nodigt ze lezers uit om de waarde van deze stiltes te herkennen en moedigt ze aan om hun eigen gravatieve reizen te maken. Deze verkenning werpt licht op hoe persoonlijke reflecties ons begrip van geschiedenis en identiteit kunnen verrijken.