In het citaat uit het "handboek" van Epictetus benadrukt de auteur het belang van het cultiveren van het karakter en de deugden van burgers in plaats van alleen hun materiële omstandigheden te verbeteren. Hij suggereert dat de ware dienst aan de staat voortkomt uit het verheffen van de morele en intellectuele kwaliteiten van individuen, in plaats van zich uitsluitend te concentreren op fysieke structuren of rijkdom.
Epictetus stelt dat het de voorkeur heeft voor nobele, deugdzame individuen om in bescheiden huizen te leven dan voor nederige, onwaardige individuen om grandioze woningen te bezetten. Dit onderstreept het idee dat de kwaliteit van iemands karakter meer betekenis heeft dan hun materiële bezittingen en dat de samenleving gedijt wanneer haar burgers zijn bekrachtigd en sterke morele waarden bezitten.