Een wereld waarin alles modieus is, is onmogelijk voor te stellen, omdat het impliceert dat er niets zou zijn om een contrast te bieden. De reden dat wanneer je twee dingen naast elkaar plaatst, de ene chic wordt en de andere niet is dat het in de aard is van het verlangen om te kiezen en absoluut te kiezen. Dat is de mythologische les van de grote keuze onder de schoonheden: ze zijn allemaal mooi-ze zijn godinnen en toch moet een man kiezen. En wat was de naam van de kiezer? Parijs. C'est normaal.
(A world in which everything is fashionable is impossible to imagine, because it implies that there would be nothing to provide a contrast. The reason that when you place any two things side by side, one becomes chic and the other does not is that it's in the nature of desire to choose, and to choose absolutely. That's the mythological lesson of the great choice among the beauties: They are all beautiful-they are goddesses-and yet a man must choose. And what was the chooser's name? Paris. C'est normal.)
In een wereld waar alles als modieus wordt beschouwd, verliest het concept van mode zelf zijn betekenis. Zonder contrasten of alternatieven zou er geen basis voor vergelijking zijn, wat essentieel is voor verlangen en keuze. Dit benadrukt de aard van de menselijke voorkeur, omdat individuen zich vaak gedwongen voelen om de ene optie boven de andere te selecteren, wat leidt tot de opkomst van trends en stijlen.
Gopnik's verwijzing naar de mythe van Parijs, die moest kiezen tussen prachtige godinnen, illustreert de inherente spanning in verlangen. Schoonheid bestaat in overvloed, maar de daad van selectie maakt enkele keuzes aantrekkelijker dan andere. Deze dynamiek van keuze ondersteunt de essentie van mode en persoonlijke stijl, waardoor we eraan herinneren dat verlangen zowel subjectief als voorop is bij het definiëren van wat er in zwang is.