Amerikaans lang naar een gesloten samenleving waarin alles kan worden gekocht, waar arbeiders worden verborgen of verkleed als niet -mensen, om niet verontrustend te zijn. Deze plek wordt Disney World genoemd
(American long for a closed society in which everything can be bought, where laborers are either hidden away or dressed up as nonhumans, so as not to be disconcerting. This place is called Disney World)
In "Paris to the Moon", nadenkt Adam Gopnik over het Amerikaanse verlangen naar een geïdealiseerde, gesloten samenleving waar grondstoffen gemakkelijk toegankelijk zijn, en de realiteit van arbeid zijn handig verduisterd. Hij suggereert dat dit verlangen zich manifesteert in ruimtes zoals Disney World, waar alles zorgvuldig is samengesteld om een naadloze, betoverende ervaring te creëren. Hier is de complexiteit van het leven vereenvoudigd en de harde realiteiten van het werk worden vaak verborgen voor gasten, waardoor een gesaneerde omgeving wordt gecreëerd.
Gopnik's kritiek benadrukt een culturele trend in de richting van escapisme, waar de authentieke aspecten van menselijke ervaring verborgen zijn of omgezet in iets minder verontrustends. De vermomde arbeidskrachten in deze omgevingen roepen een gevoel van ongemak op bij het overwegen van hun bestaan, maar de allure van dergelijke plaatsen overschaduwt deze ethische zorgen vaak. Uiteindelijk illustreert de auteur hoe Amerikanen toevlucht zoeken in fantastische werelden die prioriteit geven aan plezier en consumptie boven echte menselijke verbinding en erkenning van de realiteit van de arbeid.