In maart 1766 werd de economische impact van colonistische boycots aanzienlijk genoeg om Britse handelaren te betrekken. De boycots, die tot doel hadden te protesteren tegen het Britse belastingbeleid, resulteerden in substantiële financiële verliezen voor deze handelaren. Als gevolg van deze druk besloot het Britse parlement de controversiële zegelbelasting in te trekken.
Deze intrekking vond plaats zonder dat de Britse regering enige inkomsten uit de belasting had verzameld, wat de effectiviteit van het verzet van de kolonisten en de organisatie -inspanningen illustreerde. Het boek van Harlow Giles Unger, "The Last Founding Father: James Monroe and A Nation's Call to Greatness", benadrukt dit keerpunt in de strijd tussen de Amerikaanse koloniën en Groot -Brittannië, en benadrukt het groeiende verzet onder kolonisten tegen waargenomen onrechtvaardigheden.