In "The Last Founding Father: James Monroe and A Nation's Call to Greatness", bespreekt auteur Harlow Giles Unger de belangenbehartiging van James Monroe voor de landverordening van 1784, die werd voorgesteld door Thomas Jefferson. Deze verordening was gericht op het overbrengen van de westerse landen van Virginia naar het Congres, met plannen om veertien staten te creëren die vrij zouden zijn van slavernij en onvrijwillige dienstbaarheid. Monroe's steun voor deze maatregel onderstreepte zijn toewijding aan de principes van vrijheid en gelijkheid.
Ondanks de inspanningen van Monroe, werd de verordening nauw in het Congres verslagen door een enkele stemming. Deze uitkomst weerspiegelde niet alleen de omstreden debatten over slavernij in het vroege Amerika, maar benadrukte ook de uitdagingen waarmee voorstanders van anti-slavernijmaatregelen in die periode worden geconfronteerd. Het falen van de verordening voorafschaduwde de verdieping van de verdeeldheid over de slavernij die later zou culmineren in het nationale conflict.