Daniel Shays, een boer die geconfronteerd werd met financiële nood, verzamelde zijn collega -boeren door te beweren dat de wetgevers van Boston in de competitie waren bij rechters en advocaten. Hij voerde aan dat deze ambtenaren doelbewust de onroerendgoedbelasting verhogen, waardoor het voor worstelende boeren onmogelijk werd om hun land te behouden. Dit geloof bevorderde een gevoel van onrecht onder de lokale bewoners, wat leidde tot collectieve actie tegen wat zij als een corrupt systeem beschouwden.
De onrust aangewakkerd door shays en zijn buren weerspiegelden de bredere economische worstelingen van boeren in die periode. Naarmate de dreigingen van de afscherming opdagen, voelden de boeren zich gedwongen om de regering te confronteren en pleiten voor hun rechten om hun middelen van bestaan te beschermen. Deze situatie benadrukte de groeiende spanning tussen plattelandsburgers en stedelijke autoriteiten in de vroege Amerikaanse samenleving.