In het boek van Harlow Giles Unger over John Quincy Adams benadrukt de auteur de overtuiging van Adams dat sociale hiërarchie vrijheid en dienstbaarheid definieert. Hij uitte zijn bezorgdheid over de benarde situatie van degenen die als gewone mensen waren geclassificeerd, die hij als gemarginaliseerd zag in vergelijking met de elite. Dit sentiment onderstreept zijn geloof in de rigide klassenstructuren van zijn tijd.
Adams betreurde dat individuen zonder nobele status worden verbannen naar een leven dat verwant is aan slavernij, en benadrukken het belang van sociale klasse bij het bepalen van de vrijheid. Dit perspectief weerspiegelt de grotere historische context, waarbij de aristocratie aanzienlijke macht had, en gemeenschappelijke burgers vaak ware keuzevrijheid werden ontzegd.