In de passage reflecteert William over de overblijfselen van Eddie's bezittingen die hij in een kast heeft opgeslagen. Hij vindt een verontruste jeans die, ondanks hun slijtage, perfect lijken te passen en hem een jeugdige uitstraling geven. Terwijl hij zichzelf in de spiegel onderzoekt, erkent hij hoe de jeans, in combinatie met een blazer, het ideaal van 'casual smart' belichaamt. Deze outfit geeft hem vertrouwen, wat suggereert dat men gepolijst kan lijken en met minimale inspanning kan verschijnen, een gevoel van stijl en zelfverzekerdheid overbrengen.
De jeans symboliseert een evenwicht tussen comfort en verfijning, waardoor William zich in verschillende sociale situaties presentabel kan voelen. Hij waardeert de manier waarop zijn uiterlijk wordt getransformeerd door deze eenvoudige maar strategische kledingkeuze. Uiteindelijk legt de passage het idee vast dat mode het zelfgevoel kan verbeteren, waardoor ze zich in staat en klaar zijn om met de wereld om hen heen in contact te komen.