Ik had het gevoel dat in heel Amerika zulke domme argumenten plaatsvonden op straathoeken en in bars en restaurants. Overal in Amerika trokken mensen referenties uit hun zakken en staken ze onder de neus van iemand anders om te bewijzen dat ze ergens waren geweest of iets gedaan. En ik dacht dat ooit iedereen in Amerika plotseling zal springen en zeggen: "Ik neem geen shit!" en begin te duwen en te vloeken en te klauwen naar de man naast hem.
(I had the feeling that all over America such stupid arguments were taking place on street corners and in bars and restaurants. All over America, people were pulling credentials out of their pockets and sticking them under someone else's nose to prove they had been somewhere or done something. And I thought someday everyone in America will suddenly jump up and say "I don't take any shit!" and start pushing and cursing and clawing at the man next to him.)
In William S. Burroughs 'en de nijlpaarden werden gekookt in hun tanks,' reflecteert de auteur op een doordringende cultuur van kleine argumenten die zich voordoen in Amerika. Deze geschillen, die vaak opduiken in openbare ruimtes zoals straathoeken en bars, suggereren een samenleving die gefixeerd is op referenties en validatie, waarbij individuen strijden om hun ervaringen en prestaties te bewijzen. Dit creëert een giftige sfeer van one-upmanship waarbij persoonlijke waarde gebonden is aan het aantonen van superioriteit over anderen.
Burroughs stelt zich een omslagpunt voor waar frustratie culmineert in chaos, waarbij mensen tegen elkaar opstaan in een golf van woede en verzet. De uitdrukking "Ik neem geen shit!" legt de essentie vast van deze rebellie tegen conformiteit en maatschappelijke verwachtingen. Dit sentiment impliceert een collectief verlangen naar authenticiteit en een afwijzing van de oppervlakkige normen die interacties zijn gaan domineren, waarbij de stam wordt benadrukt onder het oppervlak van sociale beleefdheid in Amerika.