Ik heb noch gehoord of gelezen dat een Santa Ana verschuldigd is, maar ik weet het, en bijna iedereen die ik vandaag heb gezien, weet het ook. We weten het omdat we het voelen. De baby frets. De meid mokt. Ik wek opnieuw een afnemende argument bij het telefoonbedrijf, snijd mijn verliezen en ga liggen, overgegeven aan wat er in de lucht is.
(I have neither heard nor read that a Santa Ana is due, but I know it, and almost everyone I have seen today knows it too. We know it because we feel it. The baby frets. The maid sulks. I rekindle a waning argument with the telephone company, then cut my losses and lie down, given over to whatever is in the air.)
In Joan Didion's 'slungelt naar Bethlehem' reflecteert de auteur op een onuitgesproken bewustzijn van de naderende Santa Ana -wind, die de stemming en het gedrag van de mensen om haar heen beïnvloeden. Ondanks het ontbreken van formele aankondigingen over de wind, wordt hun aanwezigheid diep gevoeld door iedereen die ze tegenkomt. Dit intuïtieve begrip onthult een gedeeld bewustzijn dat mensen met hun omgeving verbindt, dat illustreert hoe de natuur menselijke emoties en interacties kan beïnvloeden.
Didion legt de essentie van ongemak vast die de Santa Ana -winden brengen, die haar eigen agitatie en de rusteloosheid van degenen in de buurt beschrijven. De vermelding van het frettende kind en de mokkende meid benadrukt de doordringende spanning in de lucht. Deze sfeervolle verschuiving stelt Didion aan om zich los te maken van haar frustraties, die uiteindelijk bezweken aan de onvermijdelijke invloed van de winden en de collectieve stemming die ze oproepen, waardoor haar gevoeligheid voor de wereld om haar heen wordt getoond.