Vroeger maakte ik grapjes dat we onszelf een tijdje als dit hadden voorbereid door bij moeder te leven. Het probleem met zo'n stand van zaken was niet dat je niet kon doen wat je wilde --- soms deed je dat --- maar de inspanning om de regerende goden te sussen of te weerstaan, liet je zo uitgeput dat je verhinderde dat je nooit echt plezier had. Tot op de dag van vandaag gaan plezier, gewoon genieten van mezelf, ten koste van een overtuiging dat ik een niet -gedetecteerde misdaad heb begaan.
(I used to joke that we had prepared ourselves for a time like this by living with Mother. The problem with such a state of affairs was not that you did not get to do what you wanted---sometimes you did---but the effort to appease or resist the reigning deities left you so exhausted that it prevented you from ever really having fun. To this day having fun, just plain enjoying myself, comes at the cost of a conviction that I have committed an undetected crime.)
In "Dingen waar ik over ben geweest", reflecteert Azar Nafisi op de complexiteit van het leven onder autoriteitsfiguren, op basis van haar ervaring met haar moeder. Ze suggereert humoristisch dat haar opvoeding haar voorbereidde op uitdagende tijden, maar de constante strijd om zich te conformeren of te rebelleren tegen deze verwachtingen heeft haar leeggemaakt. Het samenspel van verlangens en verplichtingen liet weinig ruimte voor echt plezier.
Nafisi onthult een diepgewortelde spanning in haar relatie met plezier, zich schuldig voelend alsof ze genieten een verborgen overtreding was. Deze onderliggende angst illustreert hoe het verlangen naar naleving en de behoefte aan autonomie kan botsen, wat leidt tot een paradox waar plezier wordt overschaduwd door gevoelens van wangedrag.