In dit citaat van Epictetus adviseert de filosoof individuen om niet defensief te reageren op negatieve verklaringen die over hen zijn afgelegd. In plaats daarvan suggereert hij dat men moet nadenken over het feit dat als iemand hen bekritiseert, dit kan erop duiden dat de criticus zich niet bewust is van hun andere tekortkomingen. Dit perspectief stimuleert zelfbewustzijn en nederigheid en suggereert dat niet alle fouten bij anderen kunnen worden bekend.
Door te erkennen dat critici vaak de volledige complexiteit van een persoon over het hoofd zien, bevordert Epictetus een stoïcijnse benadering van kritiek. In plaats van defensief te worden, kunnen individuen zich concentreren op hun eigen groei en begrip, en erkennen ze dat iedereen zijn eigen fouten heeft - soms zelfs meer dan wat publiekelijk bekend is. Dit moedigt een meer vergevingsgezinde en gecomponeerde reactie op kritiek aan.