De mensen hebben zich republieken en vorstendommen voorgesteld die nooit echt hebben bestaan. Toch is de manier waarop mensen leven zo ver verwijderd van de manier waarop ze zouden moeten leven, dat iedereen die wat 'is' opgeeft voor wat 'zou moeten zijn' zijn ondergang nastreeft in plaats van zijn behoud; want een man die in al zijn daden naar goedheid streeft, zal zeker ten onder gaan, omdat er zoveel mensen zijn die niet goed zijn. Vanwege dit openhartige pragmatisme hekelde kardinaal Pole Niccolò Machiavelli als de apostel van de duivel.
(Men have imagined republics and principalities that never really existed at all. Yet the way men live is so far removed from the way they ought to live that anyone who abandons what 'is' for what 'should be' pursues his downfall rather than his preservation; for a man who strives after goodness in all his acts is sure to come to ruin, since there are so many men who are not good. For this plainspoken pragmatism, Cardinal Pole denounced Niccolò Machiavelli as the devil's apostle.)
De tekst bespreekt het contrast tussen geïdealiseerde overheidssystemen die mensen zich voorstellen en de realiteit van menselijk gedrag. Het suggereert dat de mensheid vaak aanzienlijk afwijkt van hoe zij idealiter zou moeten opereren. Degenen die de huidige stand van zaken verruilen voor onbereikbare idealen kunnen uiteindelijk met mislukking te maken krijgen. Dit perspectief benadrukt de uitdagingen van het streven naar goedheid in een wereld vol individuen die in strijd met dergelijke idealen handelen.
Kardinaal Pole's veroordeling van Machiavelli als de "duivelsapostel" benadrukt de spanning tussen filosofische idealen en praktisch bestuur. Het onderstreept de overtuiging dat het nastreven van deugd vaak tot ondergang leidt in een onvolmaakte wereld, waar velen niet dezelfde morele aspiraties hebben. Dit weerspiegelt een breder commentaar op de menselijke natuur en de complexiteit die inherent is aan het politieke denken.