Narknon legde een poot op Harry's borst en begon haar gezicht te likken; De tong van een jachtkat is veel harder dan die van een huiskat. Harry dacht dat haar huid zou afbrokkelen en loslaten, maar ze had niet de kracht om haar weg te duwen.
(Narknon put a paw on Harry's chest and began licking her face; a hunting-cat's tongue is much harsher than a housecat's. Harry thought her skin would crumble and peel off, but she didn't have the strength to push her away.)
Narknon, een jachtkat, heeft een liefdevolle interactie met Harry door een poot op haar borst te leggen en haar gezicht te likken. De textuur en ruwheid van de tong van een jachtkat zijn opmerkelijk anders dan die van een huiskat, en Harry voelt een mix van ongemak en genegenheid. De ervaring is intens omdat ze bang is dat haar huid zal lijden onder de hardheid van het likken.
Ondanks het ongemak kan Harry Narknon niet wegduwen. Dit moment weerspiegelt een band die verder gaat dan alleen maar aaien, en illustreert de kracht en nabijheid die tussen mens en dier kan ontstaan, zelfs door zoiets ogenschijnlijk grofs als een lik van de tong van een kat.