Ooit was Michigan trots. Naast GM, Ford en Chrysler was het de thuisbasis van de United Auto Workers, een krachtige roltrap die honderdduizenden arbeiders naar de Amerikaanse middenklasse vervoerde.
(Once Michigan stood proud. In addition to GM, Ford and Chrysler, it was home base for the United Auto Workers, a powerful escalator transporting hundreds of thousands of blue-collar workers into America's middle class.)
Dit citaat benadrukt de historische betekenis van Michigan als het hart van de Amerikaanse autoproductie en de sterke arbeidersbeweging die daarmee gepaard gaat. De auto-industrie fungeerde als een cruciale motor van economische welvaart en sociale mobiliteit voor talloze werknemers, vormde de identiteit van de staat en droeg bij aan de bredere Amerikaanse middenklasse. Het roept echter ook gedachten op over economische verschuivingen, industriële achteruitgang en het veranderende landschap van banen in de industrie in de afgelopen decennia. De boodschap onderstreept zowel de trots op industriële prestaties als de reflectie op de implicaties van economische transformatie voor gemeenschappen die rond deze industrieën zijn gebouwd.
