In "Paris to the Moon" onderzoekt Adam Gopnik de unieke mindset van Parijzenaars, die een sterk geloof hebben in hun inherente superioriteit. Dit perspectief contrasteert scherp met het Amerikaanse geloof in onkwetsbaarheid en rechten. Parijzenaars beschouwen zichzelf als een bepaald prestige dat voortkomt uit hun cultuur, geschiedenis en levensstijl, in plaats van te geloven dat dergelijke kwaliteiten universele rechten zijn. Dit culturele verschil benadrukt een duidelijk wereldbeeld gevormd door erfgoed in plaats van individualisme.
De observaties van de auteur onthullen hoe deze attitudes sociaal gedrag en interacties in Parijs beïnvloeden. Terwijl Amerikanen vaak zelfvertrouwen en een gevoel van recht projecteren, hebben Parijzenaars de neiging om een meer genuanceerd gevoel van trots te belichamen geworteld in hun identiteit en de waarden van hun stad. Deze divergentie dient als een fascinerend commentaar op hoe nationaliteit zelfperceptie en maatschappelijke normen kan vormgeven en inzichten in beide culturen kan bieden.