De Slag om Summit Springs werd gekenmerkt door extreem geweld, voornamelijk gepleegd door de Pawnee -stam tegen de Cheyenne. De acties van de pawnees werden verwacht gezien de lange geschiedenis van vijandigheid tussen de stammen, vooral omdat de Cheyenne de brute tactieken erkende die tegen hen werden gebruikt. Een overlevende van de hondensoldaten merkte op dat deze cycli van geweld normaal waren in hun wereld, waar geen genade was getoond aan de vijand, of ze nu mannen, vrouwen of kinderen waren.
Deze diepgewortelde haat ontstak een meedogenloze cyclus van oorlogvoering, waarbij elke stam wraak zocht naar verleden wreedheden. Het concept van totale oorlog, algemeen begrepen in militaire termen, kreeg een veel diepere en woeste betekenis onder de Plains -indianen, die zelfs de harde strategieën overtroffen door militaire leiders zoals Sherman en Sheridan. De gewelddadige erfenis van dit conflict illustreert de wanhoop en wreedheid van tribale relaties in die tijd.