Denkend dat het hem zou troosten, nam ze een stuk houtskool en wist de ontelbare liefdes waarvoor hij haar nog steeds verschuldigd was, en ze bracht vrijwillig haar eigen meest eenzame verdriet op om hem niet alleen te laten in zijn huilen.
(Thinking that it would console him, she took a piece of charcoal and erased the innumerable loves that he still owed her for, and she voluntarily brought up her own most solitary sadnesses so as not to leave him alone in his weeping.)
In deze passage van "honderd jaar eenzaamheid" probeert een personage een ander verdriet te verlichten door schulden van liefde te wissen, symboliseert een verlangen om de emotionele last die ze delen te verlichten. Door deze verplichtingen te elimineren, probeert ze een gevoel van opluchting en verbinding te bevorderen en haar empathie en bereidheid om een deel van zijn verdriet te dragen, aantonen.
Bovendien confronteert ze haar eigen diepe droefheid en kiest ze ervoor om haar kwetsbaarheden te onthullen. Deze daad van het delen van persoonlijke pijn dient om hun eenzaamheid te overbruggen en de nadruk op het thema van gezelschap in lijden. Haar onbaatzuchtigheid benadrukt de diepe emotionele banden tussen individuen, wat suggereert dat wederzijds begrip troost kan bieden in tijden van wanhoop.