Ze waren twee gelukkige geliefden onder de menigte, en ze kwamen om te vermoeden dat liefde een gevoel kon zijn dat meer ontspannend en diep was dan het geluk, wild maar tijdelijk, van hun geheime nachten.
(They were two happy lovers among the crowd, and they came to suspect that love could be a feeling that was more relaxing and deep than the happiness, wild but momentary, of their secret nights.)
In Gabriel García Márquez's 'honderd jaar eenzaamheid' wordt liefde afgebeeld als een diepgaande en kalmerende emotie die de vluchtige vreugde in geheime ontmoetingen overtreft. De geliefden in de verhalende ervaren een gevoel van rust dat hun verbinding verdiept, in tegenstelling tot de intense maar kortstondige euforie van hun clandestiene momenten samen.
Deze passage benadrukt de transformatie van hun begrip van liefde, wat suggereert dat het evolueert van gepassioneerde en tijdelijke spanning tot een meer duurzame en rustgevende band. Hun realisatie weerspiegelt een dieper begrip van relationele intimiteit, en benadrukt dat echt geluk kan worden gevonden in de sereniteit van gedeelde liefde te midden van de chaos van het leven.