Dit was Nassrin, of om eerlijk te zijn, dit waren ons twee samen: het delen van de meest intieme momenten met een schouderophalen, doen alsof ze niet intiem waren. Het was geen moed die deze casual, onpersoonlijke manier om zoveel pijn te behandelen motiveerde; Het was een speciaal merk van lafheid, een destructief verdedigingsmechanisme, dat anderen dwong te luisteren naar de meest vreselijke ervaringen en toch het moment van empathie te ontkennen: geen medelijden met me; nothing is too big for me to handle. Dit is niets, eigenlijk niets.
(This was Nassrin, or to be honest, this was the two of us together: sharing the most intimate moments with a shrug, pretending they were not intimate. It wasn't courage that motivated this casual, impersonal manner of treating so much pain; it was a special brand of cowardice, a destructive defense mechanism, forcing others to listen to the most horrendous experiences and yet denying them the moment of empathy: don't feel sorry for me; nothing is too big for me to handle. This is nothing, nothing really.)
Nassrin en de verteller portretteerden hun intieme ervaringen met een gevel van nonchalance en maskeerden de diepte van hun pijn. Dit gedrag kwam niet voort uit moed, maar eerder uit een unieke vorm van lafheid, die diende als een afweermechanisme. Ze presenteerden hun schrijnende verhalen aan anderen en ontkenden die luisteraars tegelijkertijd de kans om zich in te leven, erop aandringend dat ze niet waren door hun lijden.
Door erop te staan dat "niets te groot is" voor hen om te hanteren, bracht ze hun trauma af, waardoor een barrière voor echt begrip en ondersteuning ontstond. Deze aanpak benadrukt hoe mensen omgaan met diepe emotionele pijn door hun worstelingen te bagatelliseren, uiteindelijk te voorkomen dat zinvolle verbindingen met anderen die anders compassie kunnen bieden.