We dachten dat we de enige denkende wezens in het universum waren, totdat we jou ontmoetten, maar we hadden nooit gedroomd dat gedachten konden voortkomen uit de eenzame dieren die elkaars dromen niet kunnen dromen.
(We thought we were the only thinking beings in the universe, until we met you, but never did we dream that thought could arise from the lonely animals who cannot dream each other's dreams.)
In 'Ender's Game' worstelt de hoofdpersoon met het besef dat hij niet alleen is in het universum, wat hun aanvankelijke geloof in menselijke exclusiviteit in denken en intelligentie in twijfel trekt. De ontmoeting met een andere intelligente soort hervormt hun begrip van bewustzijn en de aard van het zijn. Het benadrukt de onderlinge verbondenheid van verschillende wezens en het potentieel voor empathie buiten hun eigen soort.
Het citaat weerspiegelt een diepgaande introspectie over de capaciteiten van andere levensvormen, waarbij wordt benadrukt dat hoewel mensen zichzelf als superieure denkers beschouwen, er complexiteiten zijn in de ervaringen van andere wezens. Het suggereert dat echt begrip en verbinding beperkt kunnen worden door het onvermogen om dromen of perspectieven te delen, waardoor een diepere laag van eenzaamheid onder bewuste wezens aan het licht komt.