We waren ongelukkig. We vergeleken onze situatie met onze eigen potentieel, met wat we hadden kunnen hebben, en op de een of andere manier was er weinig troost in het feit dat miljoenen mensen ongelukkig waren dan wij. Waarom zou de ellende van andere mensen ons gelukkiger of meer inhoud maken?
(We were unhappy. We compared our situation to our own potentials, to what we could have had, and somehow there was little consolation in the fact that millions of people were unhappier than we were. Why should other people's misery make us happier or more content?)
In haar memoires 'Lolita lezen in Teheran', reflecteert Azar Nafisi op de diepe ontevredenheid die zij en haar collega's hebben ervaren in de onderdrukkende omgeving van Iran. Ze benadrukt hoe het vergelijken van hun leven met hun potentieel en ambities leidde tot gevoelens van spijt en onvervulling. Nafisi benadrukt een gemeenschappelijke menselijke ervaring: de erkenning dat het kennen van anderen slechter af is, doet weinig om persoonlijke pijn en teleurstelling te verlichten.
Het citaat onderstreept het idee dat individueel geluk niet afhankelijk is van het lijden van anderen. In plaats daarvan komt echte tevredenheid van binnenuit en is gerelateerd aan persoonlijke doelen en dromen, in plaats van relatieve vergelijkingen. De inzichten van Nafisi dagen het idee uit dat empathie voor de worstelingen van anderen op magische wijze de eigen omstandigheden kan verbeteren, wat een diepgaand begrip van de complexiteit van menselijke emoties kan onthullen.