Toen de meisjes die middag vertrokken, lieten ze de uitstraling achter van hun onopgeloste problemen en dilemma's. Ik voelde me uitgeput, ik koos de enige manier waarop ik wist om problemen aan te pakken. Ik ging naar de koelkast, schepte het koffie -ijs op. Goot er wat koude koffie over, zocht naar walnoten, ontdekten dat we geen over hadden, gingen achter amandelen aan, verpletterden ze met mijn tanden en besprenkelde ze over mijn brouwsel.
(When the girls left that afternoon, they left behind the aura of their unsolved problems and dilemmas. I felt exhausted, I chose the only way I knew to cope with problems. I went to the refrigerator, scooped up the coffee ice cream. Poured some cold coffee over it, looked for walnuts, discovered we had none left, went after almonds, crushed them with my teeth and sprinkled them over my concoction.)
De verteller reflecteert op het vertrek van de meisjes, die een sfeer verlaten vol met onopgeloste problemen en onzekerheden. Dit leidt tot een gevoel van uitputting in de verteller, waardoor een zoektocht naar comfort in voedsel als coping -mechanisme voor de overweldigende emoties wordt gevraagd.
In een moment van troost wendt de verteller zich naar de koelkast en bereidt een kom koffie -ijs met koude koffie en gemalen amandelen. Deze kleine verwennerij dient als een tijdelijke ontsnapping uit de complexiteit van het leven, en illustreert hoe voedsel als toevlucht kan werken in tijden van emotionele onrust.