Elke persoon draagt een angst die speciaal voor hem is. De ene man vreest een nauwe ruimte en een andere man vreest te verdrinken; Elk lacht om de ander en noemt hem dom. Angst is dus slechts een voorkeur, om hetzelfde te worden geteld als de voorkeur voor een of andere vrouw, of schapenvlees voor varken of kool voor ui.
(Each person bears a fear which is special to him. One man fears a close space and another man fears drowning; each laughs at the other and calls him stupid. Thus fear is only a preference, to be counted the same as the preference for one woman or another, or mutton for pig, or cabbage for onion.)
In Michael Crichton's 'Eaters of the Dead' duikt de auteur in het concept van angst als een unieke, persoonlijke ervaring. Elk individu bezit verschillende angsten, zoals claustrofobie of aquafobie, die misschien irrationeel lijken voor anderen. Deze subjectiviteit rondom angsten leidt ertoe dat mensen mensen met verschillende angsten bespotten en benadrukken hoe angst geen objectieve waarheid is, maar eerder een persoonlijke voorkeur.
Dit argument stelt angst gelijk aan andere voorkeuren, zoals smaken in voedsel of aantrekkingskracht voor partners. Net zoals je misschien de voorkeur zou geven aan schapenvlees boven varken of een voorkeur hebben voor bepaalde soorten vrouwen, zijn angsten even persoonlijk en variëren ze sterk tussen individuen. Het perspectief van Crichton nodigt lezers uit om de geldigheid van de angsten van elke persoon te herkennen en te benadrukken dat deze gevoelens niet moeten worden afgewezen of belachelijk gemaakt.