In "Paris to the Moon", nadenkt Adam Gopnik na zijn reis van begrip voetbal, een sport die hem aanvankelijk vreemd leek. Hij beschrijft hoe hij zichzelf ondergedompeld heeft in het spel, niet alleen de regels leren, maar ook de unieke taal aannemen die fans en spelers gebruiken om te communiceren. Deze betrokkenheid stelde hem in staat om de verschillende niveaus van prestaties in de sport te waarderen, waar lof en kritiek worden geleverd door specifieke termen die een gevoel van kameraadschap onder spelers en supporters overbrengen.
Gopnik benadrukt de nuances van deze taalkundige cultuur, waarbij termen als "briljant", "nutteloos" en "afval" verschillende mate van succes en falen aangeven. Hij benadrukt het gemeenschapsaspect van deze uitdrukkingen, waarbij fans en spelers gezamenlijk door de emotionele hoogtepunten en dieptepunten van het spel navigeren. De term "pech" dient als een herinnering aan de dunne lijn tussen succes en falen in voetbal, waardoor het respect voor vaardigheden wordt ingekapseld en tegelijkertijd de rol van toeval in de sport erkent. Deze boeiende observatie toont het rijke taaltapijt van taal die voetbal omringt, waardoor mensen samenkomen door een gedeelde passie.