Het is niet toevallig dat de meest onsympathieke personages in de romans van Austen degenen zijn die niet in staat zijn tot een echte dialoog met anderen. Ze tieren. Ze geven een lezing. Ze berispen. Deze onbekwaamheid voor echte dialoog impliceert een arbeidsongeschiktheid voor tolerantie, zelfreflectie en empathie.
(It is not accidental that the most unsympathetic characters in Austen's novels are those who are incapable of genuine dialogue with others. They rant. They lecture. They scold. This incapacity for true dialogue implies an incapacity for tolerance, self-reflection and empathy.)
In het boek 'Lolita in Teheran', in Azar Nafisi, bespreekt de auteur hoe Jane Austen onsympathieke karakters afbeeldt als degenen die geen authentiek gesprek kunnen voeren. Deze karakters nemen vaak hun toevlucht tot razen, lezingen en schelden in plaats van zinvol te verbinden met anderen. Dit onvermogen om te converseren weerspiegelt een dieper tekort aan kwaliteiten zoals tolerantie, zelfreflectie en empathie.
De analyse van Nafisi benadrukt het belang van echte dialoog bij het bevorderen van begrip en compassie bij individuen. Wanneer personages niet oprecht communiceren, demonstreren ze een gebrek aan emotionele intelligentie, die hen uiteindelijk loskoppelt van de mensen om hen heen. Dit thema resoneert door het werk van Austen en benadrukt de waarde van het opbouwen van relaties door zinvolle interacties.