In Adam Gopnik's 'Parijs naar de maan' reflecteert hij over de krachtige impact van verhalen en de beweging van woorden. Hij suggereert dat woorden het vermogen hebben om alleen maar verhaal te overstijgen en tot het rijk van emoties te reiken. Wanneer effectief geleverd, kunnen deze woorden diepe gevoelens oproepen, waardoor ze worden omgezet in een dynamische kracht die het verhaal vooruit stuwt.
Gopnik illustreert dat niet alle verhalen deze emotionele verbinding bereiken. Sommige woorden kunnen tekortschieten, blijven stagneren in plaats van resoneren met het publiek. Het is dit onderscheid - waar woorden de kloof kunnen overbruggen tussen het vertellen van verhalen en echte gevoelens of niet kunnen doen - dat de kunst van effectieve communicatie in de literatuur benadrukt.