Toen ik die dag de les verliet, vertelde ik hen niet wat ik zelf net begon te ontdekken: hoe vergelijkbaar ons eigen lot aan Gatsby werd. Hij wilde zijn droom vervullen door het verleden te herhalen, en uiteindelijk ontdekte hij dat het verleden dood was, het heden een schijnvertoning, en er was geen toekomst. Was dit niet vergelijkbaar met onze revolutie, die in de naam van ons collectieve verleden was gekomen en ons leven had verwoest in de naam van Dream?
(When I left class that day, I did not tell them what I myself was just beginning to discover: how similar our own fate was becoming to Gatsby's. He wanted to fulfill his dream by repeating the past, and in the end he discovered that the past was dead, the present a sham, and there was no future. Was this not similar to our revolution, which had come in the name of our collective past and had wrecked our lives in the name of dream?)
In het memoires van Azar Nafisi reflecteert ze een moment na de les wanneer ze zich de verontrustende parallellen tussen haar leven en die van Gatsby realiseert. Gatsby's obsessie met het verleden en zijn zinloze streven naar een droom leidt uiteindelijk tot zijn ondergang, omdat hij vindt dat het verleden niet nieuw leven kan worden ingeblazen en het heden hem geen echte belofte biedt. Deze openbaring zet Nafisi ertoe aan om een verband te leggen tussen het lot van Gatsby en de revolutie van haar eigen samenleving, die ook een glorieus verleden wil terugwinnen, maar heeft geresulteerd in wanhoop en onvervulde dromen.
Het inzicht van Nafisi benadrukt de ironie om idealen na te streven die in het verleden kunnen worden geworteld terwijl de realiteit van het heden wordt genegeerd. Net zoals Gatsby's leven afbrokkelde rond zijn onbereikbare verlangens, vraagt ze zich af of hun revolutie echt zijn mensen heeft gediend of slechts een droom uitvoerde die destructief was geworden. Het nastreven van deze dromen, suggereert ze, kan leiden tot een doodlopende weg, wat een gedeelde tragedie tussen literatuur en het echte leven weerspiegelt.