Wie we ook waren-het was niet echt belangrijk tot welke religie we behoorden, of we de sluier wilden dragen of niet, of we bepaalde religieuze normen hebben waargenomen of niet, we waren het verzinsel geworden van de dromen van iemand anders.
(Whoever we were-and it was not really important what religion we belonged to, whether we wished to wear the veil or not, whether we observed certain religious norms or not-we had become the figment of someone else's dreams.)
In Azar Nafisi's 'Lees Lolita in Teheran' reflecteert de auteur op het concept van identiteit en de beperkingen die worden opgelegd door maatschappelijke verwachtingen. Ongeacht individuele overtuigingen of praktijken - of het nu religie, kleding of tradities is - worden mensen vaak gedefinieerd door de percepties en verlangens van anderen. Dit sentiment onderstreept hoe externe krachten persoonlijke identiteiten vormen, persoonlijke keuzes en ambities overschaduwen.
Nafisi illustreert hoe individuen louter representaties of fantasieën kunnen worden in de ogen van een onderdrukkende samenleving. Het citaat benadrukt de strijd voor zelfdefinitie in een wereld die zijn eigen verhaal wil opleggen aan individuen. Het benadrukt het belang van persoonlijke keuzevrijheid bij het weerstaan van maatschappelijke labels en het terugwinnen van iemands identiteit temidden van de druk van conformiteit.